
Fabio Reinders
Mede-oprichter INTU
Welke warmtepomp past bij jouw woning? Alles over de verschillende type warmtepompen
De energieprijzen zijn de afgelopen tijd flink gestegen en als huiseigenaar merk je dat direct in je portemonnee. Je zoekt naar manieren om te besparen op je energierekening en hoort steeds vaker dat een warmtepomp dé oplossing kan zijn. Maar bij het oriënteren op warmtepompen raak je al snel het overzicht kwijt – monoblock versus split, lucht-, water- of bodemwarmtepompen, hoge temperatuursystemen... Je bent niet de enige die door de bomen het bos niet meer ziet. Veel huiseigenaren vragen zich af welke warmtepomp het beste bij hun huis past.
Bereken hier je besparing >
Monoblock vs. split warmtepompen
Een eerste belangrijk onderscheid is dat tussen monoblock en split warmtepompen. Dit slaat op de manier waarop de warmtepompunit is opgebouwd. Bij een split-warmtepomp heb je een buitenunit én een binnenunit die met leidingen verbonden zijn.
Het koelcircuit – met het koudemiddel dat warmte transporteert – is verdeeld over beide units, en er loopt dus een koelmiddelleiding tussen binnen en buiten. Een monoblock-warmtepomp daarentegen bevat het volledige koelcircuit in één apparaat (meestal buiten). Vanuit dat ene apparaat lopen alleen waterleidingen met verwarmd water naar binnen. Omdat bij een monoblock alles in de buitenunit zit, is deze doorgaans fors groter en zwaarder dan een split-buitenunit
Het voordeel is wel dat je binnen geen aparte grote unit nodig hebt – alleen eventueel een klein regelsysteem of buffervat.
De keuze tussen monoblock en split hangt vaak af van de beschikbare ruimte en de installateur. Heb je binnen weinig plek voor een binnenunit, dan is een monoblock aantrekkelijk.
Heb je buiten juist beperkte mogelijkheden (bijvoorbeeld alleen montage aan de gevel), dan kan een split geschikter zijn, omdat een monoblock meestal te zwaar is om aan de muur te hangen. Ook de bevoegdheid van de installateur speelt mee: een split-systeem vereist een monteur met een F-gassen certificering (omdat er met koelmiddel gewerkt wordt tussen binnen- en buitenunit). Bij een monoblock is dat niet nodig, waardoor elke installateur dit mag plaatsen.
Monoblocks zijn in aanschaf meestal iets duurder dan splits, maar de installatie is vaak eenvoudiger (geen gedoe met koelmiddelleidingen) en daarmee soms wat goedkoper in werkuren. Qua prestaties en rendement zijn split- en monoblocksystemen doorgaans vergelijkbaar. Wel kan een monoblock warmtepomp gebruikmaken van natuurlijke koudemiddelen zoals propaan, wat beter is voor het klimaat. Ook zijn monoblock-buitenunits vaak groter, waardoor de ventilator langzamer kan draaien en er minder geluid geproduceerd wordt dan bij een kleine split-buitenunit.
Bereken hier je besparing >
Warmteafgifte: via lucht of via water?
Naast het type warmtepompunit is het warmteafgiftesysteem in je huis van groot belang. De meeste huizen in Nederland gebruiken watergedragen verwarming: een cv-ketel verwarmt water dat via leidingen naar radiatoren of vloerverwarming stroomt. Die radiatoren of vloerverwarming geven de warmte vervolgens af aan de ruimte. Sommige woningen daarentegen (vooral oudere of speciaal uitgeruste huizen) hebben luchtverwarming: een systeem van kanalen en roosters waardoor warme lucht direct in kamers wordt geblazen. In zo’n huis ontbreken radiatoren en wordt de warmte via luchtroosters in vloer, wand of plafond verspreid.
Voor warmtepompen geldt over het algemeen dat lage temperatuur systemen het meest efficiënt zijn. Vloerverwarming is daarom ideaal in combinatie met een warmtepomp. Vloerverwarming kan een woning al comfortabel warm houden met watertemperaturen van slechts ~35°C, waar traditionele radiatoren vaak 60°C of meer nodig hebben.
In goed geïsoleerde woningen kunnen bestaande radiatoren soms met 50-55°C water nog voldoende warmte afgeven, maar in veel oudere huizen is 55°C niet genoeg om alle kamers warm te krijgen. Radiatoren zijn namelijk ontworpen voor hogere watertemperaturen en verliezen een deel van hun convectiewerking (luchtcirculatie) als de temperatuur zakt. Heb je voornamelijk traditionele radiatoren, dan is het belangrijk te checken of deze voldoende capaciteit hebben bij lagere temperaturen. Eventueel kun je grotere radiatoren plaatsen of radiatorventilatoren toevoegen om meer convectiewarmte te genereren, zodat een warmtepomp toch effectief kan verwarmen.
Convectoren (radiator-achtige apparaten die vooral warme lucht circuleren) hebben hetzelfde aandachtspunt. In sommige gevallen is het nodig om het afgiftesysteem aan te passen of uit te breiden voordat een warmtepomp rendabel kan draaien.
Heb je een huis met luchtverwarming, dan kan een warmtepomp nog steeds een optie zijn. Bij zogenoemde indirect gestookte luchtverwarming (waar een cv-ketel warm water maakt voor een luchtverhitter) kun je de cv-ketel vaak één-op-één vervangen door een warmtepomp als warmtebron.
De warmtepomp verwarmt dan water dat in de luchtverwarmer de lucht opwarmt. Als jouw luchtverwarming direct gestookt is (ketel en luchtverhitter in één toestel), is het omschakelen lastiger maar niet onmogelijk – dan zou het systeem omgebouwd moeten worden naar een variant met gescheiden warmtepompbron. Los van centrale luchtverwarming zijn er ook lucht/lucht-warmtepompen: dit zijn in feite airconditioners die kunnen verwarmen.
Zulke units blazen direct warme lucht de ruimte in, zonder watercircuit. Ze kunnen per kamer ingezet worden (bijvoorbeeld een split airco die 's winters verwarmt). Dit is een oplossing als je geen watergedragen systeem hebt of aanvullend wilt verwarmen/koelen.
Let wel: een hoge temperatuur (HT) warmtepomp zoals verderop besproken werkt niet op een luchtkanalensysteem – HT-warmtepompen leveren warm water en moeten op een watergedragen afgiftesysteem aangesloten worden. Over het algemeen geldt: is je huis uitgerust met radiatoren of vloerverwarming, dan ligt een lucht-water warmtepomp voor de hand. Heb je een geschikt luchtkanalensysteem, dan kan een lucht/lucht warmtepomp of een combinatie met luchtverwarming uitkomst bieden.
Bereken hier je besparing >
Lucht als warmtebron: luchtwarmtepompen
De luchtwarmtepomp – die warmte uit de buitenlucht haalt – is veruit het meest verbreid onder huiseigenaren. Hierbij fungeert de buitenlucht als hernieuwbare warmtebron. We onderscheiden lucht/water en lucht/lucht systemen.
Een lucht/water warmtepomp onttrekt warmte aan de buitenlucht en draagt die via een warmtewisselaar over aan water, dat door je radiatoren/vloerverwarming of naar een boiler stroomt. Een lucht/lucht warmtepomp (vaak gewoon “airco” genoemd) blaast direct warme lucht je huis in en verwarmt zo zonder radiatoren.
In Nederlandse woningen is de lucht/water warmtepomp het populairst, omdat vrijwel elke woning watergedragen verwarming heeft. Dit type heeft altijd een buitenunit met ventilator die lucht aanzuigt – qua formaat vergelijkbaar met een grote airco-unit.
Die buitenunit plaatst men bij voorkeur dicht bij de woning (tegen de gevel, in de tuin of op het dak), zodat warmteverliezen in de leidingen minimaal zijn. Binnen in huis komt een apparaat ter grootte van een kleine koelkast, dat de warmte overdraagt aan het cv-water en vaak meteen een voorraadvat voor warm tapwater bevat.
Het grote voordeel van lucht als bron is dat de installatie relatief eenvoudig en betaalbaar is. Je hoeft niet te boren of graven; een plek voor de buitenunit volstaat. Hierdoor zijn de investeringskosten aanzienlijk lager dan bij bodemgebonden systemen.
Ter indicatie: een volledig elektrische (all-electric) lucht/water warmtepomp kost gemiddeld rond de €12.000 (exclusief subsidie), terwijl een bodemwarmtepomp al gauw meer dan het dubbele kost.
Dankzij de overheidsstimuleringsregeling (ISDE) kun je bovendien enkele duizenden euro’s subsidie krijgen op een luchtwarmtepomp – in dit voorbeeld circa €3.025 subsidie bij €12.000 kostprijs. In veel gevallen is de lucht/water warmtepomp daarmee financieel de meest aantrekkelijke keuze voor particulieren.
Je bespaart direct op gasverbruik, wat zich vertaalt in een lagere energierekening zodra de warmtepomp draait in plaats van de cv-ketel. Volgens Milieu Centraal daalt je CO₂-uitstoot voor verwarming en warm water met ongeveer 55–65% bij een all-electric warmtepomp.
Natuurlijk heeft een luchtwarmtepomp ook aandachtspunten. De buitenlucht koelt in de winter af, dus de warmtepomp moet harder werken bij vorst. Toch kunnen moderne warmtepompen zelfs bij -15 °C tot -20 °C nog warmte onttrekken aan de buitenlucht.
Wel daalt het rendement (COP) bij zulke temperaturen. Bij strenge kou hebben sommige all-electric systemen een elektrisch element als backup, of kies je voor een hybride opstelling waarbij een cv-ketel bijspringt op de koudste dagen.
Ook produceert de ventilator buiten geluid – er gelden daarom normeringen voor het geluid richting de buren. Een goede installateur zal de buitenunit op een slimme plaats installeren en eventueel trillingsdempers gebruiken om overlast te voorkomen.
Bereken hier je besparing >
Bodem als warmtebron: bodemwarmtepompen
Een bodemwarmtepomp (bodem-water warmtepomp) haalt warmte uit de aarde onder je tuin. In de bodem op enkele tientallen meters diepte is het namelijk ‘s winters een stuk warmer dan de buitenlucht – ongeveer 10 à 12 °C op 50-100 meter diepte. Die constante temperatuur maakt de bodem tot een zeer efficiënte warmtebron.
Het rendement (COP) van een bodemwarmtepomp ligt hoger dan dat van een lucht-water systeem, juist omdat de bodem in de winter niet zo sterk afkoelt als de buitenlucht. Dat betekent dat je warmtepomp per kWh stroom meer kWh warmte levert vergeleken met een luchtwarmtepomp.
Je merkt dit in een lagere energierekening voor dezelfde warmtebehoefte. Bovendien gaat een goed aangelegde bodembron zeer lang mee – vaak tientallen jaren – en blijft de prestatie hoog in de tijd. Een ander voordeel: je ziet of hoort de warmtebron niet. Alle techniek zit onder de grond; na installatie is alleen een klein deksel of buisaansluiting ergens in de tuin zichtbaar.
De hinder van een ventilator buiten heb je bij gesloten bodemsystemen dus niet. Tot slot kun je met veel bodemwarmtepompen in de zomer passief koelen. Dan pomp je koelere bodemtemperatuur door je vloerverwarming, waardoor je huis aangenaam kan afkoelen tegen zeer laag stroomverbruik. De warmte die je ‘s zomers uit je huis haalt, sla je daarbij op in de grond om in de winter weer te gebruiken – een mooie win-win.
Waarom heeft dan niet iedereen een bodemwarmtepomp? De keerzijde is de complexe installatie en bijbehorende kosten. Voor een individuele woning moet een verticale bodemlus geboord worden, vaak tot zo’n 50 à 100 meter diep.
Dit vereist ruimte (een tuin waar een boorinstallatie kan staan) en een vergunning als er dieper dan 50 meter wordt geboord. Soms is een horizontaal captatienet op ~1,5 meter diepte mogelijk, maar dat vergt een groot grondoppervlak. Het boren en aanleg van de bron maakt de investering flink duurder dan bij een luchtwarmtepomp.
Reken op ruwweg €25.000 tot €30.000 voor een volledige bodem-water warmtepomp installatie, waarvan ongeveer €4.000 subsidie te ontvangen is. Milieu Centraal noemt een richtbedrag van circa €29.000 kosten en ~€4.425 subsidie voor een 6 kW-systeem. Daarnaast geldt: je woning moet goed geïsoleerd zijn, want dit systeem is meestal all-electric en bedoeld voor energiezuinige huizen.
Vanwege de hogere kosten zien we bodemwarmtepompen vaker bij nieuwbouw of grotere renovaties. In nieuwbouwprojecten kan de bron al tijdens de bouw geïntegreerd worden, met minder overlast. In bestaande woningen is het zeker mogelijk – er zijn talloze particulieren met bodemwarmtepomp – maar de terugverdientijd is langer door de hoge investering.
Bereken hier je besparing >
Water als warmtebron: water-water warmtepomp
Naast lucht en bodem kan water zelf ook dienen als bron voor een warmtepomp. We spreken dan van een water-water warmtepomp. Dit kan in feite twee dingen betekenen: warmte uit grondwater of uit oppervlaktewater. In beide gevallen onttrekt de warmtepomp warmte aan een watermassa met relatief constante temperatuur. Bijvoorbeeld grondwater in een diepe aquifer (vaak 10-15°C het hele jaar door) is een uitstekende bron: de warmtepomp pompt water op uit een “winput”, onttrekt daar warmte aan, en pompt het afgekoelde water terug in een tweede put. Zo’n open bronsysteem kan een zeer hoog rendement halen doordat het koude seizoen weinig invloed heeft op de watertemperatuur.
Ook een nabijgelegen meer, rivier of vijver kan als warmtebron fungeren als je daar een warmtewisselaar in plaatst. Het principe is vergelijkbaar met de bodemlus, maar dan in water: via een circuit wordt water rondgepompt door de bron en neemt het warmte op om aan de warmtepomp af te geven.
Het verschil is dat bij een open bron het water zelf door de warmtepomp gaat (direct contact), terwijl bij een gesloten lus in een meer of sloot een geïsoleerd circuit werkt.
Voor individuele woningen is een water-water warmtepomp minder gebruikelijk dan lucht- of bodemsystemen. Het vereist namelijk specifieke omstandigheden. Voor een open grondwatersysteem heb je geschikte watervoerende lagen onder je huis nodig én een vergunning (grondwater onttrekken valt onder strenge regels om de bodem niet uit balans te brengen).
Bovendien moet er genoeg afstand zijn tot andere bronnen om wederzijdse beïnvloeding te voorkomen. Dergelijke systemen zien we vaker bij grotere projecten of boerderijen met veel land. Een warmtewisselaar in oppervlaktewater (zoals een slangenpakket in een vijver) kan een optie zijn als je bijvoorbeeld op een erf met een flinke waterpartij woont. In alle gevallen geldt dat de investering op maat bekeken moet worden. De kosten kunnen hoog zijn door de benodigde engineering en eventuele vergunningstrajecten.
Bereken hier je besparing >
Hoge temperatuur warmtepompen
Tot slot is er een speciaal type om te benoemen: de hoogtemperatuur warmtepomp (HT-warmtepomp). Dit is meestal een lucht/water warmtepomp die ontworpen is om een veel hogere watertemperatuur te leveren dan standaard warmtepompen – vaak tot wel 70 à 80 °C aanvoer.
Ter vergelijking: gewone warmtepompen werken efficiënt tot circa 50-55 °C, wat voor moderne goed geïsoleerde huizen volstaat. Maar heb je een ouder huis met kleine radiatoren die berekend zijn op 70° of 80° water van de cv-ketel, dan schiet 50° tekort.
Hier komt de HT-warmtepomp in beeld: deze kan vrijwel elke woning warm krijgen, zelfs met traditionele radiatoren, zonder dat je die allemaal hoeft te vervangen.
Het grote voordeel is dus dat bestaande radiatoren blijven hangen en je woning tóch aardgasvrij verwarmd kan worden. Dit maakt het een aantrekkelijke oplossing voor monumentale panden of oudere woningen waar verdere isolatie moeilijk is en een hybride warmtepomp slechts een tussenstap zou zijn. Met een HT-warmtepomp kun je in één keer volledig van het gas af, ook als je energielabel C of slechter is, mits de warmteverliezen niet extreem zijn.
Aan deze mooie oplossing zit echter een keerzijde. Een warmtepomp die water tot 70-80 °C opwarmt, vergt meer elektra – het systeem moet in feite harder “pompen” tegen een hogere temperatuur. Daardoor is het stroomverbruik en de energiekostprijs per opgewekte kWh warmte hoger dan bij een lage-temperatuur warmtepomp.
Je besparing op de energierekening is dus kleiner, en in sommige gevallen zullen de maandelijkse kosten vergelijkbaar zijn met die van een gasgestookte cv-ketel. Wel wordt ook bij HT-pompen slim geregeld dat ze alleen op maximale temperatuur draaien als het echt nodig is (bij strenge vorst). Bij milder weer leveren ze automatisch lagere temperaturen om efficiënter te werken.
Een ander aandachtspunt is de prijs en beschikbaarheid: HT-warmtepompen zijn relatief nieuw op de markt. Een bekende ontwikkeling is de inzet van speciale koudemiddelen (bijvoorbeeld CO₂-warmtepompen) om die hoge temperaturen te halen. Een complete HT-installatie is nu nog flink duur – denk aan grofweg €20.000 voor een systeem in een bestaande woning.
Wel komt dit in aanmerking voor subsidie (de overheid stimuleert immers innovaties die woningen van het gas af helpen). Zo heeft Vattenfall in 2023 een HT-warmtepompsysteem geïntroduceerd dat als één-op-één vervanger voor de cv-ketel dient in bestaande woningen. In pilotprojecten is gebleken dat bewoners daarmee hun energiekosten ongeveer neutraal houden of licht verlagen, ondanks het hogere stroomverbruik – dit komt doordat gas relatief duur is geworden en stroom steeds groener. De techniek is in beweging, en naar verwachting zullen de komende jaren meer fabrikanten met betaalbaardere HT-warmtepompen komen.
Bereken hier je besparing >
Voor wie is een HT-warmtepomp interessant?
Vooral voor huiseigenaren die zonder gas willen verwarmen, maar niet hun hele huis kunnen of willen aanpassen naar lage temperatuur verwarming.
Denk aan jaren ‘30 woningen met karakteristieke (maar matig isolerende) eigenschappen, of situaties waar radiatoren niet zomaar groter gemaakt kunnen worden. Bedenk wel dat isoleren altijd loont – ook bij inzet van een HT-warmtepomp bespaar je fors meer als de woning goed geïsoleerd is.
Een HT-warmtepomp is niet bedoeld als excuus om niet te isoleren, maar als hulpmiddel om toch gasloos te gaan waar lage temperatuur niet toereikend is. Combineer je zo’n pomp met verbeterde isolatie, dan dalen zowel je elektriciteitsverbruik als de benodigde maximale temperatuur, wat de efficiëntie ten goede komt.
Check je besparing op je energierekening
Benieuwd hoeveel jij kunt besparen met de juiste warmtepomp?